Vele profetieen in Jesaja en andere profeten spreken over de grote rijkdommen van de, in die dagen geprofeteerde, komende knecht.
In hoofdstuk 52 en 53 gaat het over het lijden, over de verhoging en over de overwinning van deze knecht.
Als we naar het nieuwe Testament kijken zien we overduidelijk dat deze profetie in Christus is vervuld.
Mattheus 8:
16 Toen het nu avond werd, bracht men vele bezetenen tot Hem; en Hij dreef de geesten uit met zijn woord en die ernstig ongesteld waren genas Hij allen,
17 opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken werd door de profeet Jesaja, toen hij zeide: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten heeft Hij gedragen.
1 Petrus 2:
21 Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden;
22 die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden;
23 die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt;
24 die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen.
25 Want gij waart dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de herder en hoeder van uw zielen.
Jesaja 52:
13 Zie, mijn knecht zal voorspoedig zijn, hij zal verhoogd, ja, ten hoogste verheven zijn.
14 Zoals velen zich over u ontzet hebben (zozeer misvormd, niet meer menselijk was zijn verschijning, en niet meer als die der mensenkinderen zijn gestalte)
15 Zo zal hij vele volken doen opspringen, om hem zullen koningen verstommen, want wat hun niet verteld was, zien zij, en wat zij niet gehoord hadden, vernemen zij.
Ja, de knecht des Heren, Christus, zou voorspoedig zijn en ten hoogste verheven worden.
Christus zou opstaan uit de doden en plaats nemen aan de rechterhand van de Vader.
(Handl. 2: 32- 33; Fill. 2: 5- 11)
Efeze 1:
20 die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten,
21 boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.
22 En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente,
23 die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt.
(Fill. 2: 1- 11; 1 Petrus 3: 21)
Als resultaat van de verhoging van Jezus zouden vele volken opspringen en koningen zullen verstommen. Waarom? Wat hun niet verteld was zouden ze zien en wat niet gehoord was, dat zouden zij vernemen!
Wat een rijke woorden!
Ja, toen Christus kwam, kwam er een bevrijding, een verlossing die zijn weerga niet kende.
Dit doet ons denken aan de woorden van Paulus toen hij sprak over zijn bediening, de bediening van het verbond van Christus.
(1 Kor. 2: 6- 10)
Romeinen 10:
16 Maar niet allen hebben aan het evangelie gehoor gegeven. Want Jesaja zegt: Here, wie heeft geloofd wat hij van ons hoorde?
17 Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.
Ja, de Joden hoorden wel de woorden van het evangelie maar gaven er geen gehoor aan.
De Joden, voor wie Jezus in de eerste plaats kwam, wilden Hem niet horen.
(Johannes 12: 37- 41)
Het woord vertaald “loot” komt van het Hebreeuwse woord “yowneq” en dit woord betekent, 1) uitloper, loot, stek en/of jonge plant.
Ja, als een loot zou Jezus opschieten voor het aangezicht van de Here, als een wortel uit dorre aarde.
Hoe zag Jezus eruit? Wie was Jezus?
Hij had gestalte noch luister, dat wij hem zouden hebben aangezien.
Hij had noch gedaante, dat wij hem zouden hebben begeerd.
Hij was veracht en van mensen verlaten.
Hij was een man van smarten en vertrouwd met ziekte.
Hij was als iemand, voor wie men het gelaat verbergt.
Hij was veracht en wij hebben hem niet geacht.
Ja, voor God was deze knecht als een jonge loot, voor de mensen was hij niets!
(Johannes 1: 9- 11)
4 Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte.
5
Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.
6 Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.
Ondanks dat Jezus niet werd gezien door de mensen, heeft Hij wel de ziekten en smarten van de mensen gedragen!
Wat een liefde! Liefde in de eerste graad! Deze genezingen waren in de eerste plaats fysiek, Mattheus 8: 14- 17, maar nog een duidelijker beeld naar de geestelijke verlossing van alle mensen. (1 Petrus 2: 24; Hebr. 9: 28)
Hoe zagen de mensen Hem? Voor een geplaagde en een door God geslagene en verdrukte.
En ja, Hij werd door God geslagen en verdrukt! Maar niet zomaar, dit alles met een belangrijke reden! Dit alles om mensen te redden en om de volmaakte hogepriester te worden.
Om de overtredingen des mensen werd Hij doorboord en om des mensen ongerechtigheid werd Hij verbrijzeld.
In deze woorden zien we natuurlijk een duidelijk beeld dat Jezus, als het volmaakte offer van God, heeft geleden voor alle mensen.
Hij moest lijden omwille de overtredingen en ongerechtigheid van alle mensen.
De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden.
Het loon van de zonde is de dood, Ezechiel 18: 20, Romeinen 6: 23.
En zo is de straf die ons de vrede aanbrengt op Hem gekomen!
Hij heeft de mens bevrijd en vrede gegeven.
Maar dit alles met een hoge prijs. Straf en striemen waren zijn deel om ons genade en vrede te geven!
De mensen, alle mensen, waren dwalend als schapen.
Maar de Here heeft op hem “ons aller ongerechtigheid” op Jezus doen neerkomen.
Wat een rijkdom en wat een genade. Jezus heeft onze straf gedragen.
7 Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.
8 Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest.
9 En men stelde zijn graf bij de goddelozen; bij de rijke was hij in zijn dood, omdat hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in zijn mond is geweest.
Jezus werd mishandeld, liet zich verdrukken en Hij deed Zijn mond niet open.
Deze woorden en de verdere woorden van dit vers laten zien dat Hij zich totaal overgaf aan de wil van de Vader.
Hij moest lijden, Hij werd verdrukt, maar Hij onderging dit alles gewillig.
Hij had 10 legioenen van engelen kunnen roepen om Hem te redden maar Hij deed dit niet.
Hij onderging al het lijden en alle verdrukkingen gewillig.
Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden?
Jezus werd weggenomen en afgesneden uit het land der levenden. Nee, Jezus is geen vredevol uiteinde gegeven. Gedood! En wel de dood aan het kruis. (Fill. 2: 8)
Het einde van alle verdrukkingen en gericht was de dood!
De dood aan het kruis. Afgesneden! Dat was het einde van de knecht.
Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest.
Ja, om de overtreding van het volk is de plaag op de knecht geweest.
En men stelde zijn graf bij de goddelozen; bij de rijke was hij in zijn dood, omdat hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in zijn mond is geweest.
Waar was het graf van Jezus? Kreeg Hij een koninklijk graf? Nee, Zijn graf was bij de goddelozen!
Maar het behaagde de Here hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek.
Ja, het was de wil van de Vader om Jezus te verbrijzelen en Hem ziek te maken.
Deze woorden laten zien dat het de wil van de Vader was dat Jezus mens zou worden, zou moeten lijden en zou moeten sterven. Dit was noodzakelijk om zo een volmaakt offer te worden voor alle mensen. (1 Joh. 2: 1- 2)
Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des Heren zal door zijn hand voortgang hebben.
Als Jezus Zichzelf tot schuldoffer gesteld zou hebben, dat zou de nakomelingen voortbregen, een lang leven geven en het voornemen des Heren zou door Zijn hand voortgang hebben.
In deze woorden zien we heel duidelijk dat juist doordat Jezus zich als schuldoffer zou stellen dat dit kinderen zou voortbrengen, kinderen van God, nakomelingen.
En deze nakomelingen, degene die gered zijn door het bloed van Jezus, die zouden een lang leven hebben en daardoor zou het voornemen des Heren door Zijn hand voortgang hebben.
Ja, in Christus zou het werk van God voortgang hebben, dat is te zeggen, God heeft van het begin der wereld de ware kinderen uitverkoren in Christus. (Efeze 1: 3- 14) En door het werk van Christus kon dit werk volbracht worden! Prijs de Here!
Dit is ook waarom het God behaagde Jezus te verbrijzelen en Hem ziek te maken.
Om zijn moeitevol lijden zal hij het zien tot verzadiging toe; door zijn kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, en hun ongerechtigheden zal hij dragen.
In het moeitevolle lijden van Christus zal de Vader de genezing van mensen zien en dit tot verzadiging toe! Dit is krachtig! Jezus heeft het volbracht! Volmaakt volbracht!
Jezus zal als rechtvaardig Lam van God, velen rechtvaardig maken en hun ongerechtigheden zal Hij dragen.
Toen Christus strierf, en opstond uit de doden, was het werk van Christus volbracht.
De rechtvaardige stierf voor de onrechtvaardige om de onrechtvaardige rechtvaardig te maken! Dit was het werk wat Christus heeft volbracht! Christus bracht het volmaakte offer! Christus bracht de vergeving van zonden! Christus bracht het nieuwe verbond! Christus bracht alle geestelijke zegeningen! Christus bracht het volmaakte priesterschap!
Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen, omdat hij zijn leven heeft uitgegoten in de dood, en onder de overtreders werd geteld, terwijl hij toch veler zonden gedragen en voor de overtreders gebeden heeft.
Sinds Jezus het werk van de Vader volmaakt tot stand heeft gebracht heeft God Hem een deel gegeven onder velen en met machtigen zal Hij de buit verdelen.
Hier zien we een duidelijke connectie met wat Christus is gegeven na Zijn
dood en opstanding! Volledige macht en kracht!
Mattheus 28:
18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.
19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
Handl. 2:
36 Dus moet ook het ganse huis Israels zeker weten, dat God Hem en tot Here en tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt.
Efeze 1:
20 die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten,
21 boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.
Fill. 2:
8 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.
9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken,
10 opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn,
11 en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!
Ja, Jezus is gegeven, door Zijn dood en opstanding, de plaats boven alle plaatsen!
Alle macht in hemel en op aarde, Mattheus 28: 18- 20, gezeten op de troon van David, Handl. 2: 30- 36, aan de rechterhand van de Vader, Efeze 1: 20, 21, uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle namen geschonken, Fill. 2: 8- 11.